Zadellibel (Anax ephippiger)
Uiterlijk: De zadellibel is verwant aan de keizerlibellen, maar is toch wel duidelijk afwijkend. De soort is kleiner en slanker gebouwd. De vrouwtjes zijn onopvallend bruin op de rug met een groenige onderkant en bruine ogen. Uitgekleurde mannetjes lijken er sterk op, maar hebben een opvallend, lichtblauw 'zadel' op het tweede segment.
Voorkomen: De zadellibel is een bijzondere libel. Hij komt van oorsprong uit Afrika, waar hij algemeen voorkomt en in zuid Europa kan hij ook wel gevonden worden. Maar het zijn extreem goede vliegers die bij de juiste wind gigantisch ver kunnen zwerven. Zo is het de enige libellensoort die ooit op IJsland is waargenomen. In Nederland is de soort normaal gesproken niet aanwezig, maar heel zeldzaam komt er een enkele exemplaar onze kant op gevlogen. in 2019 hadden we zowaar een heuse invasie van de soort en zijn er tientallen exemplaren gezien die zich zelfs in pioniersbiotopen succesvol hebben voortgeplant. In het voorjaar werden vele copula's gezien, in het najaar zijn vele verse zadellibellen al weer uitgeslopen dankzij de extreem snelle ontwikkel cyclus van de soort. De soort houd dan ook van ondiepe poelen die het liefst nieuw zijn, zodat er geen vis zit. Door de ondiepte warmt het water snel op en kunnen de larven zich ontzettend snel ontwikkelen.
Gedrag: Kenmerkend bij de voortplanting is dat zadellibellen de eieren in tandem afzetten. Het mannetje houd het vrouwtje in de nek vast totdat de eitjes zijn afgezet.
Vliegtijd:In Afrika het hele jaar door, in ons land kan zowel in het voor als tot laat in najaar trekkende exemplaren waargenomen worden.